23724 |
voorbidden |
voorbeden:
vuurbeëne (Q121p Kerkrade)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
overloop:
uvverloof (Q121p Kerkrade)
|
doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19767 |
voordeur, huisdeur |
huisdeur:
hūs˂dy(3)̄r (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
voordeur:
vy(3)̄rdy(3)̄r (Q121p Kerkrade)
|
huisdeur || voordeur
III-2-1
|
27933 |
voorgespannen kap |
voorgespannen kap:
vȳrjǝšpanǝ kap (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
vȳǝrjǝšpanǝ kap (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Kap die bij voorgedreven betimmering wordt gebruikt en die gedragen wordt door de aan de reeds bestaande ondersteuning bevestigde voorspanbalken. [N 95, 363; monogr.]
II-5
|
30092 |
voorgevel |
gevel:
jiǝvǝl (Q121p Kerkrade),
voorgevel:
vȳrjiǝvǝl (Q121p Kerkrade)
|
De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.]
II-9
|
29951 |
voorhamer |
mottek:
motęk (Q121p Kerkrade),
voorhamer:
vȳrhamǝr (Q121p Kerkrade),
voorslaghamer:
vȳršlāxhamǝr (Q121p Kerkrade),
zware hamer:
šwǫarǝ hamǝr (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] || Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.]
II-11, II-9
|
17747 |
voorhoofd |
ster:
stier (Q121p Kerkrade),
štīer (Q121p Kerkrade),
štīər (Q121p Kerkrade)
|
voorhoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33799 |
voorknie |
knie:
knęi̯ (Q121p Kerkrade)
|
Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9
|
28009 |
voorman, ploegbaas |
posthouwer:
pǫshø̜jǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
postoude:
posawǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
voorman:
voorman (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Maurits]),
vȳrma.n (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia])
|
Ploegbaas of voorman op een werkpunt. Zie ook het lemma Schudgootbaas. [N 95, 163; monogr.; Vwo 23; Vwo 234]
II-5
|
18889 |
voornemen |
voornemen:
vuurneëme (Q121p Kerkrade)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|