e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde roos (hondsroos, enz.) heggenroos: idiosyncr.  hegke roeës (Kerkrade), heggenroosje: heg’kerües-je (Kerkrade), rozenbottel: -  roesebottel (Kerkrade) hageroos, hondsroos || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] || rozebottelstruik (Rosa rubiginosa) [DC 69 (1994)] III-4-3
wilg (alg.) wijde: wie (Kerkrade), -  wiej (Kerkrade), wijdenhout: -  wieëhoots (Kerkrade) wilg || wilg (Salix) [DC 28 (1956)] || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje miemekatje: miem’mekets-jer (Kerkrade), ideosyncr.  miemmiekets-jer (Kerkrade) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || wilgekatjes III-4-3
wilgensoorten treurwijde: troer’wie (Kerkrade), waterwijde: -  wasserwiej (Kerkrade) treurwilg || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenteen vits: ideosyncr.  viets (Kerkrade) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3
wimpel wimpel: wimpel (Kerkrade) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
wimper oogsplimp: oogsplimpe (Kerkrade), plimp: plimpe (Kerkrade), wimper: wimper (Kerkrade) Ooglid - Als men de ogen sluit, gaat er iets dat men een klepje zou kunnen noemen, over het oog heen. Hoe noemt men dit klepje? [DC 39 (1965)] || wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind scheet: ənə šit (Kerkrade), vots: vots (Kerkrade) een scheet [ZND A1 (1940sq)] || Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
wind (alg.) poep: poep (Kerkrade), vots: vóts (Kerkrade), wind: wink (Kerkrade), wiŋk (Kerkrade) wind [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
winddroog winddroog: weŋk˱dryǝx (Kerkrade) Gezegd van metselstenen die aan de oppervlakte droog en inwendig nat zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Metselstenen bevochtigen'. [N 31, 13b] II-9