e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaalrug zaalrug: zālrø̜k (Kerkrade) Zwak ingebogen of doorgezakte rug bij een paard, dat wellicht te vroeg werd ingespannen. [N 8, 12 en 90q] I-9
zacht winterweer vuil winter: Aanvulling op laatste pagina, na vraag 54: voele winkter weelt enne vette kerkhof = zachte winter sterven veel mensen.  voele winkter (Kerkrade) zacht winterweer [open, wak] [N 22 (1963)] III-4-4
zachtaardig kalm: opmerking mar.: vraagstelling is niet helemaal correct; er is een verschil tussen "zacht van geaardheid"(zachtaardig) en "niet heftig of opvliegend"(zachtzinnig)  kalm (Kerkrade) zacht van geaardheid, niet heftig of opvliegend [week, zachtzinnig] [N 85 (1981)] III-1-4
zachte wind, briesje zoet windje: züet-winke (Kerkrade) nauwelijks hoorbare wind [floes] [N 81 (1980)] III-4-4
zachtharige bezem mop: mop (Kerkrade) bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] III-2-1
zagen zegen: z ̇ē̜ǝjǝ (Kerkrade) In het algemeen werken met een zaag. Zie ook het lemma ɛzagerɛ.' [N 50, 88; N 53, 21a; monogr.] II-12
zak in de onderrok rokkentas: rokketésj (Kerkrade), rokkketeesch (Kerkrade) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak in kledingstuk tas: tèsj (Kerkrade) tas, zak, broekzak III-1-3
zak op een schort tas: teesj (Kerkrade) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek koetenplag: NB p. 161: koet, snot.  koeteplak (Kerkrade), snuifplag: sjnoefplak (Kerkrade), oud, niet veel meer gebruikt  schnoefplak (Kerkrade), tassendoek: tèsjedóch (Kerkrade), [sic]  taesjedoor (Kerkrade), zakdoek: zaddoek (Kerkrade) zakdoek || zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3