e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeverij separation: zępǝratiuǝn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zeverij: zevǝręj (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), z˙ēvǝręj (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Willem-Sophia]) Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.] II-5
zich aankleden aandoen: aadoeë (Kerkrade), aankleden: aakleie (Kerkrade), aanstevelen: b.v. frak.  aasjtieëvele, aasjtivvele (Kerkrade) aankleden || aankleden (kledingstukken) III-1-3
zich bedenken ndern (du.): ändere (Kerkrade) van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen (zich) vangen: vaŋǝ (Kerkrade) [N 8, 75 en 79] I-9
zich gedragen zich benehmen (< du.): beneëme (Kerkrade), ziech beneëme (Kerkrade), zich gedragen: jedra’ge, ziech (Kerkrade), zich opvoeren: ópveure, ziech (Kerkrade), zich verhouden: verhaode, ziech (Kerkrade) zich gedragen || zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich haasten zich touwen: WNT: touwen (I), B): Zich haasten, spoeden.  os tsouwe (Kerkrade) zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2
zich inbeelden zich inbeelden: i’bilde, ziech (Kerkrade) zich verbeelden, zich inbeelden III-1-4
zich kwaad maken opregen (<du.): ópreje (Kerkrade) zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4
zich niet lekker voelen niet recht op zijn: nit reët óp zie (Kerkrade), zich niet goed voelen: nit jót veule (Kerkrade) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
zich over de rug wentelen (zich) schullen: šølǝ (Kerkrade) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9