e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomen omnaaien: ømniǝnǝ (Kerkrade), zomen: zø̄mǝ (Kerkrade) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pellerien (Kerkrade) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: sommerkleier (Kerkrade) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zon- en feestdagen zondagen: zóndieje (Kerkrade) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: zondieg (Kerkrade) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: zondieg haode (Kerkrade) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag voor aswoensdag vastelavondzondag: vasteloavendzondieg (Kerkrade) De zondag vóór Aswoensdag, vastenavond [vasteloaëved]. [N 96C (1989)] III-3-2
zondagschender zondagsschender: zondieg sjender (Kerkrade) Iemand die zich niet houdt aan de zondagsrust (zondagschender). [N 96D (1989)] III-3-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondegse kleier (Kerkrade), goede kleren: jouw kleier (Kerkrade), zondagsstaat: zóndiegssjtaat (Kerkrade) zondagse kleren || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonder opzet ane meinung (du.): oane menoeng (Kerkrade) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4