e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
carambole stoot: sjtoees (Kerkrade) Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)] III-3-2
carnaval carnaval: karneval (Kerkrade) Carnaval. III-3-2
carnavalsoptocht optocht: optsog (Kerkrade), vastelavondszug (<du.): vasteloavendstsóg (Kerkrade), zug (du.): tsog (Kerkrade), Vasteloavendsmondieg junt vier mit dr -.  tsog (Kerkrade) 2. Optocht, stoet. || Carnavalsoptocht. || De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] III-3-2
carnavalsviering kappensitzung (du.): kappezietsoeng (Kerkrade), zitsung (du.): zietsóng (Kerkrade) Carnavalsavond waarbij men feestmutsen opzet. || Carnavalsavond. III-3-2
castagnetten castagnetten: kastingjette (Kerkrade) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
castreermes schaars: šoas (Kerkrade) Instrument waarmee men castreert. Uit de opgaven blijkt dat dit instrument in de meeste gevallen een scheermes is. De informant van Q 208 (Vijlen) vermeldt dat het scheermes "vroeger" werd gebruikt. [N 76, 46] I-12
castreren snijden: šnii̯ǝ (Kerkrade), šniǝ (Kerkrade) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-12, I-9
catechismus christenleer: kristelier (Kerkrade) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: kattejismes (Kerkrade) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusles christenleer: kristelier (Kerkrade) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3