e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp klonk bet leren: [klonk] bǝ lērǝ (Kermt) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klonk bet leren: kloͅnkə bə lērə (Kermt) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte zandgrond beemd: bęm (Kermt) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lakschoen laquschoen (<fr.): lakejsXuən (Kermt), verlakte schoen: vərlakdə sXuən (Kermt) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: laem (Kermt), lam (Kermt), lammetje: lɛmǝkǝ (Kermt), schaapje: sxǭi̯ǝpkǝ (Kermt) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lāmǝ (Kermt), lammeren: lamǝrǝ (Kermt) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Kermt, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wik (Kermt, ... ) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
land land: lant (Kermt, ... ) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landrol wel: wɛl (Kermt) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2