e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lap op een schoen huif: høͅüf (Kermt), kap: [sic]  kap (Kermt), stuk: stek (Kermt) lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)] III-1-3
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lestich (Kermt) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
laten laten: lootə (Kermt) laten [ZND 01 (1922)] III-1-2
latwerk galg: galx (Kermt) Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d] I-13
lederen pantoffel slof: sloͅfə (Kermt) pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
leeftijd, ouderdom ouderdom: aardom (Kermt), aderdôm (Kermt) ouderdom [ZND 05 (1924)] || ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)] III-2-2
leegloper leegloper: ook materiaal znd 30, 4  leechloeper (Kermt) leegloper [ZND 01 (1922)] III-1-4
leem, pijpaarde leem: liem (Kermt) leem [ZND 01 (1922)] III-4-4
leemspecie leemmortel: lemmǫdǝl (Kermt) Het mengsel van leem, koemest, strohaksel en in een aantal plaatsen ook varkens-, paarde-, of mensenhaar, waarmee het vlechtwerk wordt dichtgepleisterd. Zie voor het woorddeel 'kleen-' in het woordtype 'kleenleem' (Q 18) ook het lemma 'Bepleisteren'. [N 4A, 53c; N 31, 45c; div.] II-9
leest leest: list (Kermt) De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.] II-10