e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijf centiem knabje: 0,05 fr.  knepkə (Kermt), ps. omgespeld volgens Frings.  kneͅpkə (Kermt) 5 centiemen [N 21 (1963)] || kluit (geldstuk) [ZND 01 (1922)] III-3-1
vijf frank stuk van vijf: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "@"(omgespeld: @) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "@"omgespeld.  ə steͅ~k va vēͅi̯əf (Kermt) 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: ps. omgespeld volgens Frings.  kwoͅətšə (Kermt) 25 centiemen [N 21 (1963)] III-3-1
vijftig frank stuk van vijf: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "@"(omgespeld: @) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "@"omgespeld.  ə steͅ~k va vēͅi̯əf (Kermt) 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vinger vinger: viŋər (Kermt) vinger [RND] III-1-1
vink botvink: botvink (Kermt) vink III-4-1
vishengel visstek: vês`tekə (Kermt) Hengel. [ZND 01 (1922)] III-3-2
vitsen vitsen: vetsǝ (Kermt) Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.] II-9
vlaamse gaai roeter: roeter (Kermt) gaai III-4-1
vlaggen vorstrissen: vǫ̃ǝsrę̃sǝ (Kermt) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9