e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knoop knop: knoep - kniep (Kermt) knoop (enkelvoud - meervoud) [ZND 01 (1922)] III-1-3
knoop van de korenhalm knoop: (mv knip)  knup (Kermt) De verdikking die zich op regelmatige afstanden in de stengel van de korenhalm bevindt. Ook de opgegeven meervoudsvormen van de woordtypen knoop en knook zijn in het lemma opgenomen; cf. hoop met meervouden in het lemma ''molshoop in het grasland'' (2.5) in aflevering I.3. Zie afbeelding 2, c. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
knorren knorren: knorǝ (Kermt) Het natuurlijke geluid van een varken. [N 19, 23; Wi 56; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
knorrepot grommelpot: grooməlpot (Kermt), knorpot: Meer: groomelpot.  knorpot (Kermt) knorrepot [ZND 01 (1922)] III-1-4
knuppel, knots kluppel: kløpəl (Kermt), knuppel: knêpəl (Kermt) knuppel [RND], [ZND 01 (1922)] III-1-2
koe koe: køu̯ (Kermt), kǫu̯ (Kermt), kɛi̯ (Kermt) Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd eersteling van het tweede kalf: īsleŋ van ǝt twedǝ [kalf] (Kermt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met gebogen, opgezette rug hoge rug: hugǝn rẽx (Kermt) [N 3A, 145c] I-11
koe met hellend kruis hangkont: hāŋkǫ̃ǝnt (Kermt) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met rode vlek op de poot vlekpoot: vlɛkput (Kermt) [N 3A, 138] I-11