32447 |
lage klomp |
klonk bet leren:
[klonk] bǝ lērǝ (P055p Kermt)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
klonk bet leren:
kloͅnkə bə lērə (P055p Kermt)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33680 |
lage, natte zandgrond |
beemd:
bęm (P055p Kermt)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
18351 |
lakschoen |
laquschoen (<fr.):
lakejsXuən (P055p Kermt),
verlakte schoen:
vərlakdə sXuən (P055p Kermt)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
laem (P055p Kermt),
lam (P055p Kermt),
lammetje:
lɛmǝkǝ (P055p Kermt),
schaapje:
sxǭi̯ǝpkǝ (P055p Kermt)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)]
I-12, III-1-2
|
34412 |
lammeren |
lammen:
lāmǝ (P055p Kermt),
lammeren:
lamǝrǝ (P055p Kermt)
|
Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
19584 |
lamp |
lamp:
lamp (P055p Kermt, ...
P055p Kermt)
|
lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
19485 |
lampenpit |
wiek:
wik (P055p Kermt, ...
P055p Kermt,
P055p Kermt)
|
De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21578 |
land |
land:
lant (P055p Kermt, ...
P055p Kermt)
|
land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
32822 |
landrol |
wel:
wɛl (P055p Kermt)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|