22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nojoor (P055p Kermt)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
18020 |
niezen |
niesten:
niestə (P055p Kermt)
|
niezen [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
18122 |
nijdnagel |
ijwortel:
ejwotəl (P055p Kermt),
nagelwortel:
naagəlwotəl (P055p Kermt)
|
ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
21643 |
nikkelgeld |
nikkeltjes:
ps. omgespeld volgens Frings.
nekəltšəs (P055p Kermt)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34478 |
nog in het ei zittend kipje |
kiekje:
kīkskǝ (P055p Kermt)
|
[N 19, 40a]
I-12
|
19455 |
noodbed, kermisbed |
paljas:
paljas (P055p Kermt)
|
noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|
21651 |
notariskosten |
schrijfgeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
sxrēͅi̯əfgeͅlt (P055p Kermt)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
26466 |
noten |
spijen:
spɛjǝn (P055p Kermt)
|
Tapse houten of ijzeren blokjes in de (zeskantige) steenbus van de ligger die met behulp van spieën worden bijgespied. Zie ook afb. 78. De noten (nø̄tǝ) werden volgens de invuller uit l 265 alleen gebruikt in een ijzeren bus voor het bijstellen daarvan. [Vds 120; Jan 131; N O, 16e; N O, 16f; A 42A, 23 add.]
II-3
|
18334 |
nylonkous |
nylonkous:
niloͅkoͅəsə (P055p Kermt)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
ochtend:
merrege (P055p Kermt)
|
s morgens) [ZND 39 (1942)]
III-4-4
|