e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regelrad radje: rǭǝtšǝ (Kermt) Rad waarmee men de afstand tussen de beide molenstenen kan regelen. De pan in het pasblok is daartoe op een ijzeren lat bevestigd, die met behulp van het rad op en neer geschroefd kan worden. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛlicht, steenlichtɛ.' [Vds 114; Jan 148; Coe 128; Grof 152] II-3
regels rijebanden: ręjǝbãǝn (Kermt), rijgbanden: ręjgǝbãǝn (Kermt) De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld] II-9
regen (alg.) regen: reejgel (Kermt), règəl (Kermt) regen [ZND 01 (1922)] || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: regən bøx (Kermt) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bijsje: ə bēͅīskə (Kermt) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: règələ (Kermt) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas regenjas: règənja.əs (Kermt, ... ) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwolkje waterlucht: we͂ͅtərloͅxt (Kermt) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm piering: pīərenŋ (Kermt), worm: wörm (Kermt) regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
rekening rekening: ch zal əm ien reejəkəning schikə (Kermt) Ik zal hem een rekening sturen. [ZND 07 (1924)] III-3-1