e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

Gevonden: 2604
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bleek bleek: dər bliek outziejn (Kermt) bleek [ZND 01 (1922)] III-1-2
bles bles: blę̃s (Kermt) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blij blij: blej (Kermt) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Kermt) bliksem [ZND 01 (1922)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksəmt (Kermt, ... ), weerlichten: hət wèrlext (Kermt), ⁄t wèiərlext (Kermt) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bloed bloed: bloet (Kermt) bloed [ZND 01 (1922)] III-1-1
bloedaders bloedaderen: blutǫǝrǝ (Kermt) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedworst pens: pɛ.ns (Kermt) bloedworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: bloetzoukər (Kermt), echel: eͅkəl (Kermt) bloedzuiger [ZND 01 (1922)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloeien bloeien: blē̜ǝ (Kermt) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4