e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

Gevonden: 2604
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstkas borst: bōst (Kermt) borst [ZND 01 (1922)] III-1-1
borstriem borstriem: %%voor de fonetische documentatie wordt verwezen naar het lemma BORSTRIEM%%  [borstriem] (Kermt) I-10
borstrok borstrok: boͅrstrok (Kermt), lijfje: leͅfkə (Kermt) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) boezem: buzəm (Kermt), borstrok: boͅrstrok (Kermt) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) boezempje: buzəmkə (Kermt), lijfje: lēkə (Kermt) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld borstspeld: boͅrstspeͅl (Kermt), grote toespeld: grutə to͂ͅspeͅl (Kermt) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezem: boezem (Kermt), platstuk: WNT: plat (III), ss. platstuk, 3. Gewestelijk (hier en daar in Z.-Ndl.) als naam voor de beide schouderstukken van een kiel of hemd, van achteren tegen elkaaar genaaid.  plat steͅk (Kermt) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking fleuris: fleerəs (Kermt) pleuris [ZND 05 (1924)] III-1-2
borstzak(je) boventasje: bøvəteͅəskə (Kermt) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos bos: bǫs (Kermt) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8