e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

Gevonden: 2604
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoektand oogtand: oechtaen (Kermt) oogtanden [ZND 07 (1924)] III-1-1
hoepel reep: riep (Kermt) Hoepel. [ZND 01 (1922)] III-3-2
hoepelen bet de reep spelen: bə dən riep speele (Kermt) Hoepelen. [ZND 01 (1922)] III-3-2
hoepelrok reeprok: riproͅk (Kermt) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoepels van de huifkar repen: rīpǝ (Kermt) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoest hoest: hoest (Kermt) hoest [ZND 01 (1922)] III-1-2
hoeveelheid halmen voor een halve schoof geleg: gǝlęx (Kermt) In het zuiden van Belgisch Limburg waar met de zicht wordt gemaaid kent men het begrip "ongebonden halve graanschoof"; de maaier haalt met één keer inkappen en uitwinnen de hoeveelheid halmen voor een halve schoof bijeen. In de rest van het onderzoeksgebied komt het begrip niet voor. Zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf en kaart 19. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 29; monogr.] I-4
hoge herenschoen hoge schoen: huXsXuən (Kermt) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed ceremoniehoed: sērəmənihūət (Kermt), chapeau-buse (fr.): šapo͂ͅbøs (Kermt), hoge hoed: hugənhuət (Kermt) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis ceremoniehoed: sērəmənihūət (Kermt), chapeau-buse (fr.): šapo͂ͅbøs (Kermt), hoge hoed: hugənhuət (Kermt) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2