e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerniel

Overzicht

Gevonden: 859
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parochie parochie: `beteekent de kerkelijke gemeente`  əen parochie (Kerniel) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasgeboren kalf nuchter kalf: nøxtǝr [kalf] (Kerniel) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen mikken: mekǝn (Kerniel), mikken (Kerniel) Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Passen. Wie een nieuwe jas bestelt laat zich de maat nemen en moet later naar de kleermaker om het kledingstuk te gaan ... Welk woord gebruikt uw dialect hier? (fr. essayer) [ZND 48 (1954)] II-7, III-1-3
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): 1) heilige (m)  i(ə)ne(ə) patroeen (Kerniel), heilige (m/v)  enne petroon (Kerniel) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3
paus paus: au = zeer kort - niet zoo als in `t A.B.N.  de(ə) paus (Kerniel) De paus. [ZND 40 (1942)] III-3-3
peetoom peteren: pètere (Kerniel) hoe heet de man die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
peettante wijsvrouw: wijsvrouw (Kerniel) hoe heet de vrouw die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
pek pek: pɛk (Kerniel) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pɛkdrǫwt (Kerniel) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
penis van de stier pink: pe.ŋk (Kerniel) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11