e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mot mot: mot (Kessel, ... ) mot [DC 24 (1953)], [SGV (1914)] III-4-2
motor moter: mo.tər (Kessel) motor [RND] III-3-1
motregenen, licht regenen motregenen: het motrëgent (Kessel) motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] III-4-4
mout mout: mout (Kessel) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw mouw: moe (Kessel) mouw [SGV (1914)] III-1-3
mug mug: muk (Kessel), mök (Kessel) steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muik muik: moek (Kessel, ... ) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] || meuk [SGV (1914)] III-2-3
muilpeer muilpeer: moelpêr (Kessel) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] III-1-2
muiltje slof: sjloffen (Kessel), sjlôffe (Kessel) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
muis muis: moes (Kessel) muis [SGV (1914)] III-4-2