e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtvlinder mot: mot (Kessel), nachtvlinder: nachvlinder (Kessel) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nadeel nadeel: noadeil (Kessel) nadeel [SGV (1914)] III-1-4
nagel nagel: nagel (Kessel, ... ) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) kruitnagel: kroetnagel (Kessel), violet: flet (Kessel) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] || nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gromǝnt (Kessel), grǫmǝt (Kessel), nagras: nǫgrās (Kessel) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop beek: bēk (Kessel), bē̜k (Kessel) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauw, eng eng: ing (Kessel) nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwgezet; nauwgezet persoon secuur: héé is səkūūr (Kessel), səkūūr (Kessel) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navel navel: navel (Kessel, ... ), ná:vəl (Kessel) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
neef neef: neen  nèf (Kessel), nêf (Kessel) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2