e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
relikwie relikwien: relekwieen (Kessel) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
rente rente: rint (Kessel) rente [SGV (1914)] III-3-1
rentenier rentenier: rinteneere (Kessel) rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentmeester rentmeester: rintjmeister (Kessel) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
restant vissen fuik: foek (Kessel), net: nèt (Kessel), snoek: sjnook (Kessel), snoek (mv.): sjneuk (Kessel), zalm: zalm (Kessel) fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] || zalm [N100 (1997)] III-4-2
restant vogels vliegen: vleege (Kessel) vliegen [SGV (1914)] III-4-1
restant zoogdieren das: das (Kessel, ... ), des (Kessel), tam: taam (Kessel), wild: wild (Kessel) das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)] III-4-2
retraite retraite (fr.): retraite (Kessel) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
reuzel, bladvet lies: lees (Kessel) reuzel [SGV (1914)] III-2-3
rib rib: rub (Kessel) rib [SGV (1914)] III-1-1