e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tonen tonen: tuine (Kessel) tonen [SGV (1914)] III-1-1
tong tong: toong (Kessel), tŏŏng (Kessel) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank toonbank: toonbank (Kessel), winkelbank: winkelbank (Kessel) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: taorehaan (Kessel) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: taoresjpits (Kessel) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkklok: kerkklok (Kessel) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen losmaken: losmākǝ (Kessel), lossnijden: losšni-jǝ (Kessel) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
traag traag: troag (Kessel), zweel: (o).  zweel (Kessel), zwele, een -: det is oug eine zweele (Kessel) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): trakteere (Kessel) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
trap trap: ein sjmaal trap (Kessel) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1