e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterput put: pøt (Kessel, ... ), pøͅt (Kessel, ... ), waterput: waterpøͅt (Kessel), wātərpøͅt (Kessel) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [RND 08] [Roukens 03 (1937)] [SGV (1914)] I-7
weddenschap weddenschap: wɛdənsjap (Kessel) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe wedvrouw: wetvrouw (Kessel), widvrouw: widvrouw (Kessel), witvrouw (Kessel) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar wedman: wetman (Kessel), widman: widman (Kessel), witman (Kessel) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtof (Kessel) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weekdienst weekdienst: weikdeens (Kessel) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weelde weelde: wêlde (Kessel) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weersgesteldheid weer: wèr (Kessel, ... ), wêr (Kessel, ... ) weer [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: wêrwolf (Kessel) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees weeskind: weiskintj (Kessel) wees [SGV (1914)] III-2-2