e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woensdagx goensdag: goonsdig (Kessel) Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
wonder wonder: wonger (Kessel) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderen doen wonderen doen: wónjere doon (Kessel) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hoeze (Kessel), wonen: wonen (Kessel) huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1
woord woord: wo.ərt (Kessel), woard (Kessel) woord [RND], [SGV (1914)] III-3-1
wormstekig wormstekig: wormsjtèkig (Kessel) wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] III-2-3
worstelen worstelen: worstele (Kessel) worstelen [SGV (1914)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Kessel) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Kessel) wortel [SGV (1914)] III-4-3
wrang wrang: vraŋ (Kessel), zuur: zoer (Kessel, ... ) stroef; welk woord gebruikt men voor stroef (zoor, week, wrang, stroef, rins) [DC 28 (1956)] || wrang [DC 26 (1954)] || Wrang is een besmettelijke uierontsteking van droogstaande weidedieren. De ziekte treedt op in de zomermaanden, meestal bij meer dieren tegelijk in een weide. Eén of meer uierkwartieren veretteren. Het zieke kwartier zwelt, voelt hard en warm aan en is zeer pijnlijk. Het uiervocht is dun en vloeibaar van een gele of grauwe kleur, meestal echter dik en bruinachtig. De oorzaak is de gewone etterbacterie. Niet altijd worden wrang en mastitis scherp van elkaar onderscheiden. [N 52, 6a; A 48A, 11a; monogr] I-11, III-2-3