e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brug brug: brök (Kessel), brøk (Kessel) brug [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bruid bruid: broed (Kessel), broet (Kessel), broëd (Kessel), brōēd (Kessel) bruid [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || de bruid [broeëd] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidegom bruidegom: broedegom (Kessel), bruigom: bruum (Kessel, ... ), niet veel gebruikt: meer "de man  bruum (Kessel), man: bruum"niet veel gebruikt; meer "de man  man (Kessel) bruidegom [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || de bruidegom [brudejam] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruudje (Kessel) Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] III-3-3
bruidsjapon bruidskleed: broëdskleid (Kessel) de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsjonker bruidsjonker: broedsjonker (Kessel) de bruidsjonker [brönker] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsmeisje bruidsmeidje: broedsmaedje (Kessel) het bruidsmeisje [brönkesje] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidspaar bruidspaar: broedspaar (Kessel) het bruidspaar [N 96D (1989)] III-2-2
bruidssluier sluier: sluier (Kessel) de sluier van de bruid, trouwsluier [sleuer] [N 96D (1989)] III-2-2
bruiloft bruiloft: broelof (Kessel), broeluf (Kessel) bruiloft [SGV (1914)] || de bruiloft, het huwelijksfeest [hoeëchtsiet] [N 96D (1989)] III-2-2