e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestdag van sint-jozef sint-jozef: sint jozef (Kessel) 19 maart, H. Jozef [Sint Jozep, Tsint Joep]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-maarten sint-maarten: st mèrte (Kessel) 11 november, H. Martinus, St. Maarten, St. Marten, St. Marte. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-petrus en sint-paulus peter en paul: peter en paul (Kessel) 29 juni, de H. Petrus en Paulus [Peterumpaul, peter en paul]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestpredicatie feestpreek: fiespreik (Kessel) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: fiets (Kessel) Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
filter in de melkzeef zijdoek: zidōk (Kessel), zijlapje: zilɛpkǝ (Kessel) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
flauwvallen van zijn stokje gaan: hae ging van zien sjtükske (Kessel), van zien sjtükske gaon (Kessel) het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] III-1-2
flikflooien flikflooien: flikflooie (Kessel) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Kessel) fluim [SGV (1914)] III-1-2
fluisteren fluisteren: fluustere (Kessel), smiespelen: Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen.  swwiespele (Kessel) fluisteren [DC 16 (1948)] || lispelen [SGV (1914)] III-3-1