23822 |
feestdag van sint-jozef |
sint-jozef:
sint jozef (L298p Kessel)
|
19 maart, H. Jozef [Sint Jozep, Tsint Joep]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sint-maarten:
st mèrte (L298p Kessel)
|
11 november, H. Martinus, St. Maarten, St. Marten, St. Marte. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23834 |
feestdag van sint-petrus en sint-paulus |
peter en paul:
peter en paul (L298p Kessel)
|
29 juni, de H. Petrus en Paulus [Peterumpaul, peter en paul]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23615 |
feestpredicatie |
feestpreek:
fiespreik (L298p Kessel)
|
Een feestpredikatie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
fiets:
fiets (L298p Kessel)
|
Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)]
III-3-1
|
34242 |
filter in de melkzeef |
zijdoek:
zidōk (L298p Kessel),
zijlapje:
zilɛpkǝ (L298p Kessel)
|
In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.]
I-11
|
18010 |
flauwvallen |
van zijn stokje gaan:
hae ging van zien sjtükske (L298p Kessel),
van zien sjtükske gaon (L298p Kessel)
|
het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
19288 |
flikflooien |
flikflooien:
flikflooie (L298p Kessel)
|
flikflooien [SGV (1914)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
fluum (L298p Kessel)
|
fluim [SGV (1914)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
fluisteren:
fluustere (L298p Kessel),
smiespelen:
Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen.
swwiespele (L298p Kessel)
|
fluisteren [DC 16 (1948)] || lispelen [SGV (1914)]
III-3-1
|