e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurpenning meepenning: meepenning (Kessel) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijksafkondigingen roepen: rope (Kessel) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
iemands overlijden aanzeggen ter lijk aanzeggen: naaste buren  ter liek aanzegge (Kessel), ter lijk bidden: naaste buren  ter liek bèje (Kessel) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
ijs (alg.) ijs: ies (Kessel, ... ), ps. boven de È staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  īs (Kessel) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4
ijsbaan slidderbaan: sjlidderbaan (Kessel) Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)] III-3-2
ijsheiligen ijsheiligen: iesheilige (Kessel) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijzelen ijzelen: iessele (Kessel) ijzelen [SGV (1914)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Kessel) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
illustratie illustratie (<fr.): illestratie (Kessel) illustratie [SGV (1914)] III-3-1
ingewanden ingewand: ingewandj (Kessel) ingewanden [SGV (1914)] III-1-1