e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jicht gicht: gicht (Kessel) jicht [SGV (1914)] III-1-2
joden joden: joede (Kessel) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: ⁄t kintj is nog jonk (Kessel) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong van een dier jong: jonk (Kessel), joŋk (Kessel) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken baggen (mv.): bage (Kessel), bakǝ (Kessel), bagje: bɛkskǝ (Kessel) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gø̜̄skǝ (Kessel) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Kessel) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katje: ketje (Kessel) Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)] III-2-1
jonge kip pul: pø̜l (Kessel) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge vrouw goje (hebr.): cf. VD s.v. "goj"alg. ben. bij joden voor niet-joden; zie ook Weijnen Etym. Wb. s.v. "kuie, koje, kaoje, keuje, goje, guie, gaoje"= meisje jonge vrouw (hebr. goja, goje)  keuj (Kessel) Kent u het woord kuie of keuje of koje in de betekenis: meisje, jonge vrouw? [DC 30 (1958)] III-2-2