e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kesseleik

Overzicht

Gevonden: 1489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
navel navel: navel (Kesseleik) Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1
negenoog negenoger: negenuiger (Kesseleik) Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
nerf van een blad nerf: WLD  nerf (Kesseleik) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
neteldoek neteldoek: nētǝldōk (Kesseleik) Oorspronkelijk uit netelgaren, later van licht katoen of mousseline vervaardigd los weefsel in effen binding (Van Dale, pag. 1812). De woordtypen zaandoek, kaasdoek en biestdoek duiden erop dat neteldoek ook gebruikt wordt om melk door te zeven, terwijl berendoek wijst op het feit dat neteldoek dienst kan doen als persdoek bij de bereiding van bessensap. Neteldoek wordt ook gebruikt om kwark te maken. [N 62, 83; N 62,82; N 62, 98; MW; Wi 11; monogr.] II-7
neus (spotnamen) gevel: gével (Kesseleik) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
niersteen niersteen: neerstein (Kesseleik) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2
niet gedijen niet aarden: WLD  èrde neet (Kesseleik) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
niet helder van geest dutsel: doetzel (Kesseleik) niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
nietsnut leegloper: lëgluiper (Kesseleik) een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] III-1-4
nieuwjaar wensen add. klap nieuwjaar: klep niejoar (Kesseleik) Het gebruik om bij de jaarwisseling driemaal op de deur te kloppen. [N 88 (1982)] III-3-2