20719 |
etensresten |
overschot:
Syst. Frings
ø̄vəršōt (L370p Kessenich)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbele trekschei:
dǫbǝl [trekschei] (L370p Kessenich)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
32978 |
evene |
evie:
ēǝ.vǝ (L370p Kessenich)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
22431 |
feest |
feest:
het feëst verleef zonder dat er gezoengen woar (L370p Kessenich),
het fiest verleep zonger dat ein leedje gezonge woore (L370p Kessenich)
|
Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
fiets:
fits (L370p Kessenich)
|
fiets [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
34242 |
filter in de melkzeef |
filter:
filter (L370p Kessenich),
melkdoekje:
mɛlkdø̄kskǝ (L370p Kessenich),
watten:
(mv)
watten (L370p Kessenich)
|
In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.]
I-11
|
30800 |
flank |
flanken:
flā.ŋkǝ (L370p Kessenich)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|
18010 |
flauwvallen |
sterren zien:
siet sterre (L370p Kessenich),
van zijn sus af gaan:
Meer gezegd voor buitenverstand.
van zienen sus aaf (L370p Kessenich)
|
hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
17989 |
flets |
schampig:
sjempig (L370p Kessenich),
schraal:
schraal (L370p Kessenich)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
19288 |
flikflooien |
flikflooien:
ook materiaal znd 23, 55
flikfloejen (L370p Kessenich),
kruipen:
ook materiaal znd 23, 55
kruipen (L370p Kessenich),
mouwvegen:
ook materiaal znd 23, 55
mouwvegen (L370p Kessenich)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|