e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessenich

Overzicht

Gevonden: 1585
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krekel krekel: krekel (Kessenich) krekel [ZND 01 (1922)] III-4-2
krentenbol brioche (fr.): Syst. Frings  brioͅš (Kessenich) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood rozijnenweg: Syst. Frings  rəzinəweͅk (Kessenich) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kribbebijter kribbebijter: krøbǝbī.tǝr (Kessenich) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krijgertje spelen vangen: /  vange (Kessenich) nalopertje [SND (2006)] III-3-2
krijt krijt: krī[ə}t (Kessenich) krijt [ZND m] III-3-1
kroon kroon: krū[ə}n (Kessenich), kroontje: kry(3)̄[ə}nkə (Kessenich) kroon [ZND m] III-3-1
kruidwis kruidwis: men gebruikt slechts 1 kruid, zoogenaamd kruiduschel (met geel bolleke) (kroetwèsj)  kroetwèsj (Kessenich) Welke kruiden doet (deed) men in die kruidwis? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruidwis wijden {ja}: ja het gebruik kruidvisch te wijden bestaat nog  / (Kessenich) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruien varen: vārǝ (Kessenich) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13