e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neet, luizenei neet: nīt (Ketsingen) neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
neus van een schoen tip: tip (Ketsingen) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusklem praam: prǭm (Ketsingen), ring: reŋk (Ketsingen) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusring varkensring: vęrkǝsręŋk (Ketsingen) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
niet behouden weer willig: wīr wilǝx (Ketsingen) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet gunnen niet gunnen: ps. omgespeld volgens Frings.  ni gəont (Ketsingen) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
niknak niknakje: niknákskə (Ketsingen) Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3
nylonkous nylonkous: naílon koúsə (Ketsingen) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ochtend (vanmorgen middag: ich hup wàt kòts fàn vurr\\meen àl"; cf. WNT s.v. "mergen". Zie morgen  vurrəmeen (Ketsingen) s morgens) [RND] III-4-4
oliebol smoutbol: smādboͅl (Ketsingen) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3