e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilgensoorten tamme wijde: toam waai (Ketsingen) tamme wilg, die men vooral vindt langs de weiden en beken [Lk 6 (1953)] III-4-3
windhoos houwvrouw: houvrou (Ketsingen) klein windhoosje, dwarrelig van bladeren en zand [echelstaart, keujmenke] [N 22 (1963)] III-4-4
winterkleren winterkleren: wéntərkléjər (Ketsingen) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3
wisselen van tanden wisselen: wīsǝlǝ (Ketsingen) [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11
witte kaas, wrongel platte kaas: plátə kēs (Ketsingen), witte kaas: wittə kēs (Ketsingen) Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
zaaien zaaien: zɛ̄ǝ (Ketsingen) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4
zaaien, van bieten planten: plá.ntǝ (Ketsingen) Vergelijk ook het algemene lemma Zaaien in aflevering I.4 en Poten. Het object is steeds bieten, enz. [N 12, 43; N 15, 1c; monogr.] I-5
zaaikleed zaaikleed: zēͅkleit (Ketsingen) voorschoot, linnen ~ waarin de zaaier het graan meevoert (vgl WLD-I-4, lm 2.10) [N 24 (1964)] III-1-3
zaaimachine zaaimachine: zē̜mǝšen (Ketsingen) Machine voor algemeen gebruik bij het zaaien in rijen. Soms komt een afzonderlijke plantnaam in de naam van het werktuig voor: bietenmachine, krotenmachine, enz. Vaak is dan door de informant uitdrukkelijk opgemerkt dat men deze machine ook voor het zaaien van andere gewassen gebruikte. Ook bij plantmachine wordt door de informant opgemerkt dat het werktuig voor het zaaien wordt gebruikt. Daarom staat hier alles bijeen. Zie afbeelding 4. [N J, 8c; JG 1a, 1d; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
zacht winterweer zoet (weer): zy(3)̄t (Ketsingen) zacht winterweer [open, wak] [N 22 (1963)] III-4-4