21691 |
inkopen gaan doen op de markt |
markten:
merte (L369p Kinrooi),
ps. omgespeld volgens Frings.
meͅrtə (L369p Kinrooi),
naar de markt gaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
nōͅ də meͅrt gōͅn (L369p Kinrooi)
|
inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
e.nkūlǝ (L369p Kinrooi)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
e.nlęgǝ (L369p Kinrooi)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19524 |
inmaakpot |
spekpot:
spekpot (L369p Kinrooi)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21650 |
inmijner? (wbd) |
strooien man:
ps. omgespeld volgens Frings.
stryəman (L369p Kinrooi)
|
Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25236 |
inslaan, van de bliksem gezegd |
inslaan:
inslaon (L369p Kinrooi),
inslaan.
eͅnslōn (L369p Kinrooi)
|
inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
e.nspanǝ (L369p Kinrooi)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
34658 |
instapgreep |
greep:
(mv)
grēpǝ (L369p Kinrooi),
grip:
grep (L369p Kinrooi)
|
Elk van de ijzeren greep naast de deur van het rijtuig, die het instappen vergemakkelijken. [N 101, 19]
I-13
|
22328 |
inzet bij het spel |
pot:
pot (L369p Kinrooi)
|
het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
17593 |
iris |
het topje van het oog:
`t tupke van `t oug (L369p Kinrooi),
oog:
Geen specifiek woord voor: -> gewoon [ouge].
ouge (L369p Kinrooi)
|
Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt (iris, oogappel). [N 106 (2001)]
III-1-1
|