e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkspiegel melkspiegel: mɛlkspēgǝl (Kinrooi) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkstoel: melkstoel (Kinrooi) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: maelkteͅn (Kinrooi) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zij: zi (Kinrooi), zi. (Kinrooi) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
merel melder: mēͅldər (Kinrooi), zwarte melder: zwarte mēͅldər (Kinrooi), zwartə mēͅldər (Kinrooi) merel [ZND 01 (1922)], [ZND B2 (1940sq)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)] III-4-1
merg merg: merg (Kinrooi), merəch (Kinrooi) het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] || merg [ZND m] III-1-1
merrie meer: mē̜.r (Kinrooi) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
merrieveulen merreveulen: mē̜.rǝvø̄.lǝ (Kinrooi) Het vrouwelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3b] I-9
mes mes: meͅs (Kinrooi) mes [ZND 32 (1939)] III-2-1
mes voor pannenkoeken koekmes: kōu̯kmeͅs (Kinrooi), omelettenmes: ômmelette-mes (Kinrooi) mes waarmee pannekoeken worden omgedraaid in de pan (struifsteker) [N 20 (zj)] III-2-1