e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafelmes tafelmes: taofelmes (Kinrooi), tōͅfəlmeͅs (Kinrooi) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak van een geslacht familie: famieliej (Kinrooi) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
taling schuimeend: šūmēͅnj (Kinrooi) eend: wintertaling (36 klein; bruine kop met groene wangen; broedt hier ook; roep [kruu, kruu] [N 09 (1961)] III-4-1
tand, tanden tand(en): tā.njtjš (Kinrooi  [(mv tɛnj)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tanden poetsen tanden poetsen: táénj pútsə (Kinrooi), tanden wassen: tenj wasse (Kinrooi) Tanden poetsen [t. wassen] [N 114 (2002)] III-1-3
tanden van de hooihark tanden: tɛnj (Kinrooi) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tandenborstel tandborstel: tandjbeustel (Kinrooi), tandborsteltje: tandjbeustelke (Kinrooi), tandenborstel: tānəbø̄:stəl (Kinrooi) Een tandenborstel [N 114 (2002)] III-1-3
tandenstoker tandenstoker: tāndəstō:kəR (Kinrooi), tandpeuteraar: tandjpeuteraer (Kinrooi) Een tandenstoker. Een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden zijn blijven zitten [tandenstoker, kloker, koter] [N 114 (2002)] III-1-3
tandpasta tandpasta: tandjpasta (Kinrooi), tāntpasta: (Kinrooi) Tandpasta [N 114 (2002)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tantpīn (Kinrooi) Kiespijn. Ik heb kiespijn. [Lk 05 (1955)] III-1-2