e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkens mesten masten: mastǝ (Kinrooi) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensvet vet: veͅt (Kinrooi) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen keutelen: kø̄.tǝlǝ (Kinrooi), stront: stro.njtjš (Kinrooi) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vastenavond vastelavond: klemtoon op de derde lettergreep  vastəlaovənt (Kinrooi), vastenavond: vàstən vənt (Kinrooi) Vastenavond (uitspraak). [ZND B2 (1940sq)] III-3-2
vat vat: vā.t (Kinrooi  [(17 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3
vechten vechten: faextə (Kinrooi) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vechthaan vechthaan: vɛxthā.nǝ (Kinrooi) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
vee beesten: bīǝstǝ (Kinrooi), vee: vīǝ (Kinrooi) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
veearts veterinair: vetǝrnē̜r (Kinrooi) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veel drinken zuipen: zūəpə (Kinrooi) zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3