e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterput put: pøt (Kinrooi, ... ), pøət (Kinrooi), pøͅt (Kinrooi) [N 12 (1961)] [RND 08] [ZND 32 (1939)] I-7
waterral ral: ral (Kinrooi) waterral (28 onzichtbaar levende vogel van moerassen; roep geluid heel opvallend [kroeïe-kroeï] en geluid of er een varken wordt gekeeld [N 09 (1961)] III-4-1
waterring van de mijt waterlaag: wā.tǝrlǭx (Kinrooi), waterring: waterring (Kinrooi) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
watersnip watersnep: of alleen snep  wātərsneͅp (Kinrooi) watersnip (27 lange recht bek; vliegt plotseling op van de waterkant; zigzagvliegend; houdt hoge stijg- en daalvluchten en maakt daarbij mekkerend geluid; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
watertor waterkever: waterkeever (Kinrooi) watertor: Hoe noemt u de grote zwarte tor die ónder het wateroppervlak leeft? [N100 (1997)] III-4-2
waterzucht oedeem (gr.): oedieëm (Kinrooi), waterzucht: waterzucht (Kinrooi), zucht: zucht (Kinrooi) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)] III-1-2
wbd: afzeggen ongedaan maken: ps. omgespeld volgens Frings.  ou̯ngədōͅn (Kinrooi), vernietigen: verneetige (Kinrooi) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek duur zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  zēn d"r (Kinrooi), get opbrengen: ze bringe get op (Kinrooi) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten kloten: ps. omgespeld volgens Frings.  ēͅ ēt ym gəklōu̯ətʔ (Kinrooi), verneuken: ps. omgespeld volgens Frings.  ēͅ ēt ym vərnø͂ͅkt (Kinrooi) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld <wat is aan die prijs gelogen>: waat is aan deè priës geloge? (Kinrooi), <wieveel gaat daar van af>: ps. omgespeld volgens Frings.  wīv"l gei̯t doͅvan āf (Kinrooi) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1