e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit halsboordje col (fr.): eine kol (Kinrooi) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
wit stervormig vlekje op het voorhoofd kolletje: kǫlkǝ (Kinrooi) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
wit van het ei wit: wet (Kinrooi) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
wit zand, stooizand witte zand: w‧etə zā.ntj (Kinrooi) De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)] III-2-1
witte kaas, wrongel platte kaas: Syst. Frings (?)  platə kīəs (Kinrooi), Syst. Veldeke  platte kiës (Kinrooi, ... ) Het dikke van geschifte karnemelk (hotsel?) [N 16 (1962)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte klaver, steenklaver wilde klee: weljǝ [klee] (Kinrooi) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabots: kəbotsə (Kinrooi), wit moes: wet mōs (Kinrooi), wit mous (Kinrooi) [Goossens 1b (1960)] [Lk 05 (1953)] I-7
witte kwikstaart koewachtertje: kuweͅxtərkə (Kinrooi), kwikstaart: kwekstɛrt (Kinrooi), kweͅksteͅert (alg.) (Kinrooi) kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] || kwikstaart, wit (Motacilla alba alba L.) [Lk 04 (1953)] III-4-1
witte vlekken wild haar: węltj hǭr (Kinrooi) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
wittebrood mik: meͅk (Kinrooi), weg: Syst. Frings (?)  wēͅq (Kinrooi) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wit brood [ZND B2 (1940sq)] III-2-3