e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

Gevonden: 2913
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dringen persen: peese (Kinrooi) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbeker stenen pot: steͅi̯nə pot (Kinrooi) drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
drinken drinken: driŋkə (Kinrooi) drinken [ZND m] III-2-3
drinken bij de zeug zuiken: zūkǝ (Kinrooi) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas bierglas: bērglās (Kinrooi), drinkglas: drinkglaas (Kinrooi), glas: glās (Kinrooi, ... ), pint: pent (Kinrooi) drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinkglas met voet kapper: kapər (Kinrooi), voetglas: vootglaas (Kinrooi) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
drinkkuil in de wei kuil: kūl (Kinrooi) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge koe guste koe: gøstǝ ku (Kinrooi) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
drogen, droog worden (van gemaaid gras) drogen: drōǝgǝ (Kinrooi) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droog blijven t blijft over]: het wil niet regenen (Kinrooi), ’t hiltj het hum (Kinrooi) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4