e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de stal uitmesten mesten: mɛstǝ (Klimmen) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de steenhoop laden afslag vortscheppen: āfšlāx vutšø̜pǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Julia]) De losgeschoten stenen al dan niet mechanisch laden. [N 95, 453; monogr.] II-5
de stok schieten (de) stok schieten: dǝr štǫk šētǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Bij de aanleg van een galerij het gesteente met behulp van springstof verwijderen om op deze wijze voldoende galerijhoogte te verkrijgen. Deze handeling vindt plaats nadat de koollaag ter breedte van de galerij en over voldoende diepte is weggenomen (zie ook het lemma De Stok Vrijmaken). [N 95, 430; N 95, 435] II-5
de stok vrijmaken de stok vrijkolen: dǝr štǫk vrikǭlǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De steenkool ter breedte van de galerij en over voldoende diepte wegnemen. De invuller uit Q 33 merkt daarover op dat men deze term op de mijn Emma tot ongeveer 1958 gebruikte. [N 95, 392; monogr.] II-5
de stortkar doen achteroverslaan kippen: kipǝ (Klimmen), opkippen: ǫpkipǝ (Klimmen), opslaan: ǫpšlǭ (Klimmen) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de tafel afruimen afruimen: afrumen (Klimmen), de tafel afruimen: de toafel aafruime (Klimmen), de tafel opruimen: de toafel opruime (Klimmen) Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)] III-2-1
de tafel dekken de tafel dekken: de taofel dèkke (Klimmen), gereedmaken: gereidmaakə (Klimmen) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de teellaag afgraven afholen: āfhǭlǝ (Klimmen), ruimen: rymǝ (Klimmen) De aarde boven de kleilaag verwijderen. In Q 83 werd de laatste zandlaag vermengd met de kleilaag. [N 98, 19; monogr.] II-8
de toog aankrijgen de toog (<lat.) aankrijgen: der toog aankriege (Klimmen), dr toog aakriege (Klimmen), gekleed worden: der toog gekleid waere (Klimmen), gekleid where (Klimmen), ingekleed worden: i-gekleid waere (Klimmen) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen in de korf zetten: in d’r körf zètte (Klimmen) de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2