e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engel des heren angelus: ansjeloes (Klimmen), engel des heren: d`r ingeles ieëre (Klimmen), ingel des Hiëre (Klimmen) Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)] III-3-3
engelbewaarder beschermengel: enne besjerremingel (Klimmen), bewaarengel: enne bewaaringel (Klimmen), engelbewaarder: `ne ingelbewaarder (Klimmen), eine ingelbewaarder (Klimmen), ingelbewaarder (Klimmen), schutzengel (du.): sjötsingel (Klimmen) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engelenmis engelenmis: `n ingelemès (Klimmen), ein ingelemes (Klimmen), ingelemès (Klimmen) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
engelse sleutel engelse sleutel: eŋǝlšǝ šlyǝtǝl (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Schroefsleutel die wijder en nauwer gesteld kan worden naar gelang de grootte van de moeren. [N 95, 759] II-5
enkel enkel: inkel (Klimmen), inkəl (Klimmen) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
enkeldik, dubbeldik vensterglas dobbel glas: dǫbǝl glās (Klimmen), dubbeldik glas: dø̜bǝldik ˲glās (Klimmen), enkel glas: eŋkǝl glās (Klimmen) In dit lemma zijn de benamingen voor de dikten van de verschillende soorten vensterglas bijeen geplaatst. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Vensterglas'. [N 67, 89c] II-9
enkelvoudig handvat handhaaf: hantǝf (Klimmen) Handvat van de zeis, indien het er maar één is. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''.' [N C, 3a] I-3
enten gruffelen: gruffele (Klimmen), gruffelə (Klimmen), grøfələ (Klimmen, ... ), oculeren: oͅkəlērə (Klimmen) [RND 08] [SGV (1914)] I-7
envelop envelop (<fr.): amvelop (Klimmen), ’n envelop (Klimmen) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epistel epistel (<lat.): epistel (Klimmen, ... ) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3