e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geleidingsbomen glijbomen: glęjbø̄m (Klimmen  [(Oranje-Nassau I)]   [Maurits]), strossbomen: štrosbø̜jm (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Laura, Julia]) Houten geleidingsbomen of stalen geleidingsbalken die aan de schachtbalken zijn bevestigd en ervoor zorgen dat de liftkooien en skips tijdens hun op- en neergaande beweging op hun plaats blijven. Volgens de invuller uit L 417 zijn de "guiden" die men in de mijn in Waterschei gebruikt van hout en is de "guidenage" in de mijn van Zwartberg van ijzer. [N 95, 96; monogr.] II-5
gelezen mis leesmis: laesmès (Klimmen), lèèsmès (Klimmen, ... ), stille mis: sjtil mès (Klimmen) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) (zich) gelijken: zich gelieke (Klimmen), gelijken: gelieke (Klimmen, ... ), lijken: lieke (Klimmen), lijken op: lieke op (Klimmen), schijnen: sjiene (Klimmen), trekken: trèkke (Klimmen), weg hebben van: weghöbbe van (Klimmen) aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4
gelijkspelen quitte (fr.): kiet (Klimmen) Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)] III-3-2
gelijktijdig lossen samen lossen: same losse (Klimmen) het gelijktijdig lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
gelofte gelofte: ein gelofte (Klimmen), n gelofte (Klimmen, ... ) Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloftegeschenk ex-voto (<lat.): ex voto (Klimmen), ex-voto (Klimmen) Een geloftegeschenk, beloftegift uit dankbaarheid voor een verkregen gunst of voor de genezing van een kwaal, een ex-voto. [N 96C (1989)] III-3-3
geloof geloof: gelauf (Klimmen), gelouf (Klimmen), t gelouf (Klimmen), ut gelauf (Klimmen) geloof [SGV (1914)] || Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloofd zij jezus christus geloofd zij jezus christus: Geloofd zij Jezus Christus (Klimmen, ... ), geloofd zij Jezus Kristus (Klimmen) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelooven geloven: gluive (Klimmen) gelooven [SGV (1914)] III-3-3