e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lang duivenluisje lange luis: de lang loes (Klimmen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)] III-3-2
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dȳvǝlshǭr (Klimmen), winterhaar: wentǝrhǭr (Klimmen) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
lang schortlint scholkenlint: sjolke-lint (Klimmen), snoer: sjneur (Klimmen) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
langbenig paard stelteman: štɛltǝman (Klimmen) [N 8, 20 en 62i] I-9
langboom van de wagen langwagen: laŋkwāgǝ (Klimmen) Lange dikke balk die de verbinding vormde tussen het voorstel en het achterstel van de langwagen. Via de lengte van de langboom kan de lengte van de langwagen bepaald worden. Op de langboom rusten de drie rongblokken van de wagen, waarop de rongen gezet konden worden ter ondersteuning van de zijwanden. De langboom steekt achteraan door een opening tussen het rongblok en het asblok en wordt daar verstevigd door de twee achterste tangarmen. Aan de voorzijde is de langboom door middel van een bout verbonden met het rongblok, de draaischijf, de zwik en het asblok, zodat het voorstel wendbaar is. [N 17, 44e; N G, 70b; JG 1b; JG 1d;monogr] I-13
lange achterzijde van de mand achterkant: d’r achterkant (Klimmen) Hoe heet verder in Uw dialect: lange achterzijde van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
lange bouwladder bouwledder: buwlø̜dǝr (Klimmen) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9
lange broek lange broek: n lang brook (Klimmen), ⁄n lang brook (Klimmen) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange dunne boom eiletzich: #NAME?  eiletzich (Klimmen) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak gard: #NAME?  gaert (Klimmen), Veldeke  ’n gaerd (Klimmen), Veldeke mv.  gaerde (Klimmen) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3