22061 |
lang duivenluisje |
lange luis:
de lang loes (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33787 |
lang ruw haar rond buik en uier |
duivelshaar:
dȳvǝlshǭr (Q111p Klimmen),
winterhaar:
wentǝrhǭr (Q111p Klimmen)
|
Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23]
I-9
|
18329 |
lang schortlint |
scholkenlint:
sjolke-lint (Q111p Klimmen),
snoer:
sjneur (Q111p Klimmen)
|
linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33838 |
langbenig paard |
stelteman:
štɛltǝman (Q111p Klimmen)
|
[N 8, 20 en 62i]
I-9
|
34614 |
langboom van de wagen |
langwagen:
laŋkwāgǝ (Q111p Klimmen)
|
Lange dikke balk die de verbinding vormde tussen het voorstel en het achterstel van de langwagen. Via de lengte van de langboom kan de lengte van de langwagen bepaald worden. Op de langboom rusten de drie rongblokken van de wagen, waarop de rongen gezet konden worden ter ondersteuning van de zijwanden. De langboom steekt achteraan door een opening tussen het rongblok en het asblok en wordt daar verstevigd door de twee achterste tangarmen. Aan de voorzijde is de langboom door middel van een bout verbonden met het rongblok, de draaischijf, de zwik en het asblok, zodat het voorstel wendbaar is. [N 17, 44e; N G, 70b; JG 1b; JG 1d;monogr]
I-13
|
22151 |
lange achterzijde van de mand |
achterkant:
d’r achterkant (Q111p Klimmen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: lange achterzijde van de mand? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
29987 |
lange bouwladder |
bouwledder:
buwlø̜dǝr (Q111p Klimmen)
|
Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.]
II-9
|
18286 |
lange broek |
lange broek:
n lang brook (Q111p Klimmen),
⁄n lang brook (Q111p Klimmen)
|
pantalon, lange broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24645 |
lange dunne boom |
eiletzich:
#NAME?
eiletzich (Q111p Klimmen)
|
Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24733 |
lange dunne tak |
gard:
#NAME?
gaert (Q111p Klimmen),
Veldeke
’n gaerd (Q111p Klimmen),
Veldeke mv.
gaerde (Q111p Klimmen)
|
Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)]
III-4-3
|