e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begin van de dienst beginschicht: bǝgenšix (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Uit de antwoorden blijkt dat men de woordtypen als "beginschicht" en "begin van de schicht" als synoniemen moet beschouwen. [N 95, 119; monogr.] II-5
beginvoor, -voren de voor: dǝ [voor] (Klimmen) Naar gelang de ploegwijze en de soort van ploeg kan men de eerste voor of voren ofwel in het midden ofwel aan de zijkant(en) van de akker ploegen. In dit lemma zijn de termen verzameld die als benaming voor de beginvoren (of -voor) in het algemeen werden opgegeven of als zodanig konden worden uitgelegd. Dit laatste is het geval met het woordtype aanscheut, voorzover dat werd gegeven n.a.v. de vraag naar "rug, verhoogd middendeel" (JG 1a + 1b). Blijkens opgaven van dat type uit de beide andere bronnen beperkt deze term zich niet tot de beginvoren in het midden. Hij komt inhoudelijk overeen met aanslag, aanwerk, aantrek e.d. waarmee niet zozeer de eerste voor of voren als zodanig, als wel het ploegen daarvan, het aanvangswerk bedoeld wordt. Omgekeerd is het type rug, dat n.a.v. de vraag naar "de eerste voor die de boer ploegt" (N 11, 60), niet hier maar in het volgende lemma opgenomen. Het bij enkele plaatsen vermelde aantal voren heeft betrekking op de aanscheut die in het midden van de akker gemaakt is. Voor voor zie men het lemma ploegvoor. [JG 1a + 1b] I-1
begrafenis begrafenis: begreffenis (Klimmen), de begreffenis (Klimmen) begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal begrafeniskoffie: dr dr begreffeniskoffie (Klimmen, ... ), koffie: nao der deens verzeuk ver uch op der koffie (Klimmen, ... ), koffietafel: de koffietaofel (Klimmen, ... ) het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2
begraven begraven: ⁄nen doeë begrave (Klimmen) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begrijpen: begriepe (Klimmen) met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: begrip (Klimmen), bezei: bezej (Klimmen), bezĕj (Klimmen) besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4
behang afdoen afdoen: āf˱duǝn (Klimmen), afdoen met een stoomapparaat: āf˱duǝn met˱ ǝn štǫwmapǝrāt (Klimmen), afrijten: āfrītǝ (Klimmen), afsteken: āfštē̜kǝ (Klimmen), afstomen: āfštǫwmǝ (Klimmen), aftrekken: āftrękǝ (Klimmen), afweken: āfwęjkǝ (Klimmen) Oud behang verwijderen. [N 67, 93a; N 67, 93b; N 67, 93c] II-9
behangborstel behangborstel: bǝhaŋbø̜štǝl (Klimmen), klederborstel: klɛjǝrbȳǝštǝl (Klimmen) De borstel waarmee men het opgeplakte behang plat en effen strijkt. In Q 197 en Q 197a werd voor dit werk een oude doek gebruikt. [N 67, 94c] II-9
behangen tapisseren: tapǝsērǝ (Klimmen) Zie kaart. De techniek van het opplakken van behangselpapier met alle bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van behangjute. [N 67, 92a; monogr.] II-9