e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onstuimige lucht wilde lucht: ⁄n wil loch (Klimmen) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontberen zich ontzeggen: zich óntzègke (Klimmen) niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] III-3-1
ontbijt koffiedrinken, het -: koffedrinke (Klimmen), morgenskoffie, de -: mörgeskoffie (Klimmen) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontbost terrein met een schop omwerken ombottelen: ombø̜tǝlǝ (Klimmen), omzetten: omzętǝ (Klimmen), uitrotten: ūtrǫtǝ (Klimmen), zuiver maken: zȳvǝr mākǝ (Klimmen), zuiveren: zȳvǝrǝ (Klimmen) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen omzetten: omzɛtǝ (Klimmen), ontginnen: ontgenǝ (Klimmen), uitrotten: ūtrǫtǝ (Klimmen) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
ontgroening voor ondergrondse mijnwerkers kuilstamp: kulštamp (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Gebruik om nieuwe mijnwerkers een panschop tegen het, eventueel blote, achterwerk te houden waartegen dan met een voorhamer werdgeslagen. Volgens de invuller uit Q 121c was het op de Domaniale mijn gebruikelijk om dit bovengronds te doen en wel in het gebouw waar de jonge mijnwerkers mijnwagens schoon moesten maken. De invuller uit Q 112a heeft het gebruik nog gekend tot ongeveer 1960. Het werd toegepast bij nieuwe leden van de Bovon, de beambtenontspanningsvereniging van de Oranje-Nassau III. [N 95 A, 9; monogr.] II-5
onthoudingsdag onthoudingsdag: onthawdingsdaag (Klimmen), onthoudingsdaag (Klimmen), vasten en onthouding: vaste en onthawding (Klimmen) Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)] III-3-3
ontkoold deruit: drūt (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Gezegd van een pijler waar alle steenkool uit is verwijderd. In dit lemma zijn alleen de termen voor "ontkoold" opgegeven. Voor de benamingen voor "pijler" zie men het lemma Pijler. [N 95, 532; monogr.] II-5
ontlasting hebben afgaan: aafgao (Klimmen), aafgaon (Klimmen, ... ), de rugstrang uitsnoeven: rögksjtrank oetsjnoeve (Klimmen), een beer uitlaten: der baer oetlaote (Klimmen), kakken: kakke (Klimmen, ... ), naar het huisje gaan: nao t huuske gaon (Klimmen), neerzetten: neerzètte (Klimmen), schijten: schiete (Klimmen), sjeite (Klimmen), sjiete (Klimmen), sjīēte (Klimmen) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
ontlasting hebben, diarree aan de afgang zijn: Diarree hebben.  aan d`r aafgank zieë (Klimmen), aan de dunne zijn: Diarree hebben.  aan d`r dunne zieë (Klimmen), aan de schijt zijn: Diarree hebben.  aan d`r sjiet zieë (Klimmen), zich de boord van de vot afschijten: Diarree hebben.  zich t baord van de vot aafsjiete (Klimmen), zich het hart afschijten: Diarree hebben.  zich t hart aafsjiete (Klimmen) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1