e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tocht, zuiging van lucht daar staat een poort open: dao sjteit ⁄n paort aope (Klimmen), het schupt: sjöppe (Klimmen), ⁄t sjöpt (Klimmen), het trekt: trékke (Klimmen), trek: ⁄nen trèk (Klimmen) tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)] III-4-4
tochtig bokkig: bø̜kex (Klimmen, ... ), bø̜kǝx (Klimmen), parig: paerig (Klimmen), spelig: špēlex (Klimmen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] || tochtig, verlangend naar de paring, gezegd van vogels (parig) [N 83 (1981)] I-11, I-12, III-4-1
toegang tot akker opvaart: opvaart (Klimmen), vaart: vārt (Klimmen) [N 11, 8] I-8
toegangsprijs entree (<fr.): d⁄r entree (Klimmen) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toegangsweg naar het erf opvaart: ǫp˲vārt (Klimmen) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toekruid, algemeen gekruid: + WLD  gekruu-je (Klimmen), kruid: Veldeke verzamelnaam  kruijje (Klimmen) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toepen (kaartspel) toepen: toeppe (Klimmen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toeslag schrijfgeld: ⁄t sjriefgeld (Klimmen) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] III-3-1
toestel waarin men kinderen leert lopen loopkorf: loupkörref (Klimmen) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
toestemming goedkeuring: goodkäöring (Klimmen), toestemming: toesjtumming (Klimmen) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4