e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurvaste mortel chamotte: šǝmǫt (Klimmen), chamottespijs: šamǫt[spijs] (Klimmen), šǝmǫt[spijs] (Klimmen) Mortel voor vuurvast metselwerk. Vuurvaste mortel wordt volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor stoomketels, kachels en fornuizen. Zwiers II (pag. 548) geeft als grondstoffen voor vuurvaste mortel: zeer schrale klei of één deel portlandcement en drie delen zand met zo weinig mogelijk water aangemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 38c] II-9
vuurvaste stenen chamottebrikken: šǝmǫt˱brekǝ (Klimmen), chamottestenen: šamǫtštęjn (Klimmen), vuurvaste stenen: vȳrvastǝ štęjn (Klimmen) Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.] II-8
waaienx huilen: hule (Klimmen, ... ), waaien: wejje (Klimmen), weɛ̄jje (Klimmen), wéjje (Klimmen), ⁄t wejde (Klimmen), ⁄t weɛ̄jde (Klimmen), aafwejje = afwaaien  wejje (Klimmen) het waaide [SGV (1914)] || huilen, van de wind || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waaks waaks: Veldeke  waaks (Klimmen) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarde van 30 stuiver daalder: enne daalder (Klimmen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  ’nen daalder (Klimmen) waarde van 30 stuiver = F 1,50 [daalder, dolde?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarde van 6 stuiver krentje: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  e krentje (Klimmen), plaket (<fr.): Van Dale: plaket (&lt;Fr.), 3. oude Zuidned. zilveren munt.  ’n plakkèt (Klimmen), shilling (eng.): sjilling (Klimmen) waarde van 6 stuiver [een schilling?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarderen waarderen: waardére (Klimmen) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4
waarschuwen schreeuwen: sjrîêwe (Klimmen), waarschuwen: waarsjuje (Klimmen, ... ), waarsjuwe (Klimmen) het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] || het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] || waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1, III-4-1
wacht kazernewacht: kazernewach (Klimmen), schilderen: Van Dale: II. schilderen, 1. op schildwacht staan; -2. de wacht houden, wachten op en neer lopen.  sjildere (Klimmen), wacht: wach (Klimmen, ... ) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachten op de geloste duiven passen: passe (Klimmen) Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)] III-3-2