20542 |
wecken |
inkoken:
i-kaoke (Q111p Klimmen),
inmaken:
i-make (Q111p Klimmen),
imaakə (Q111p Klimmen),
inwecken:
i-wècke (Q111p Klimmen)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22860 |
weddenschap |
weddingschap:
wɛdiŋsjap (Q111p Klimmen)
|
weddenschap [RND]
III-3-2
|
21906 |
wedstrijdduif |
reisduif:
reisdoef (Q111p Klimmen)
|
Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22022 |
wedstrijdduif: janssen-arendonk |
sprint:
(Janssen-Arendonk).
sprint (Q111p Klimmen)
|
Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
widvrouw:
widvrouw (Q111p Klimmen)
|
weduwe [SGV (1914)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widman:
widman (Q111p Klimmen)
|
weduwnaar [SGV (1914)]
III-2-2
|
21973 |
weduwschapsspel |
weduwschapsspel:
weduwsjap-sjpieël (Q111p Klimmen)
|
Bij gepaarde duiven, even voor het inkorven, wordt aan de in te korven duif de partner getoond (weduwschapspel)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
29145 |
weefkamer |
keuken:
kȳǝkǝ (Q111p Klimmen),
nere:
nē̜rǝ (Q111p Klimmen)
|
De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I]
II-7
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
sjtoof (Q111p Klimmen),
sjtooɛ̄f (Q111p Klimmen)
|
stof (étoffe) [SGV (1914)]
III-1-3
|
31200 |
weegtoestel voor ijzer |
bascule:
baskyl (Q111p Klimmen)
|
In dit lemma zijn de antwoorden bijeengeplaatst op vraag N 33, 208: "De weegschaal die gebruikt wordt om zwaar ijzerwerk te wegen." De benamingen in het lemma duiden verschillende weegtoestellen aan. De woordtypen bascule, pondel en unsel zijn specifiek van toepassing op een weegwerktuig met ongelijke armen, waarmee men, door met een klein gewicht aan de lange arm heen en weer te schuiven, een grote last, die aan de korte arm hangt, kan wegen. [N 33, 208]
II-11
|