21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
cŏŏmpenie (Q111p Klimmen)
|
compagnie [SGV (1914)]
III-3-1
|
21224 |
compartiment |
coup (fr.):
coupé (Q111p Klimmen)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
23664 |
completen |
completen (<lat.):
de cómplete (Q111p Klimmen),
de komplete (Q111p Klimmen),
komplete (Q111p Klimmen)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
drek:
drɛk (Q111p Klimmen)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
27693 |
compressorhuis |
compressorgebouw:
komprɛsǝrgǝbuw (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
compressorhuis:
komprɛsǝrhūs (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Plaats waar de compressoren staan die worden gebruikt voor het samenpersen van lucht. Volgens de informant uit Q 21 lagen in dit gebouw compressoren die met gas werden aangedreven, vandaar de naam "gascentrale". [N 95, 22]
II-5
|
22829 |
concert |
concert (fr.):
cŏŏnzêr (Q111p Klimmen)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|
23975 |
concubine |
bijvrouw:
un bievrouw (Q111p Klimmen),
bijwijf:
n biejwief (Q111p Klimmen),
floes:
n floes (Q111p Klimmen),
fluit:
n fluit (Q111p Klimmen),
gezelschapsdame:
n gezelsjapsdame (Q111p Klimmen),
heet wijf:
n heit wief (Q111p Klimmen),
hoddelswijf:
n hoddelswief (Q111p Klimmen),
hoer:
n hoor (Q111p Klimmen),
vriendin:
n vrundin (Q111p Klimmen)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
conferensie (Q111p Klimmen),
conferentie (Q111p Klimmen),
konferenz (du.):
kónferéns (Q111p Klimmen),
preek:
praek (Q111p Klimmen)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
cŏŏngregasje (Q111p Klimmen)
|
congregatie [SGV (1914)]
III-3-3
|
23891 |
congregatie van de heilige familie |
heilige familie:
de heilige familie (Q111p Klimmen),
de hèllige famielje (Q111p Klimmen),
de hèllige femielje (Q111p Klimmen),
heilige famiele (Q111p Klimmen)
|
De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)]
III-3-3
|