22134 |
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen |
inbrengen:
de klok i-bringe (Q111p Klimmen)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27887 |
de krans schieten |
(de) krans schieten:
dǝ krans šētǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De buitenste rij of rijen schietgaten aan het front van een steengang tot ontploffing brengen. De buitenste rij bepaalt het uiteindelijke profiel van de steengang. [N 95, 436; monogr.]
II-5
|
23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
d`r krütswèèg bae (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
der kruutswaeg bae (Q111p Klimmen),
krútsweg beje (Q111p Klimmen),
de staties beden:
de sjtaasies bae (Q111p Klimmen)
|
De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32732 |
de laatste voor ploegen |
(de voor) uitploegen:
ūt[ploegen] (Q111p Klimmen)
|
De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.]
I-1
|
28171 |
de lucht meten |
loft meten:
luf mę̄tǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
De luchtgesteldheid ondergronds controleren. [N 95, 218; monogr.]
II-5
|
28168 |
de lucht stuwen of blazen |
blazen:
blǭzǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Zie de toelichting bij het lemma Luchtstroom. [N 95, 222]
II-5
|
28191 |
de luchtkokertoer verlengen |
(een) lutte voorhangen:
lutǝ vyǝrhaŋǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
De luchtkokerleiding verlengen met een of meer luchtkokers, bijvoorbeeld bij de aanleg van een nieuwe steengang of galerij. [N 95, 861]
II-5
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
ǫphawtǝ (Q111p Klimmen)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
lǭtǝ lau̯pǝ (Q111p Klimmen),
gemakkelijk geven:
(de koe) gø̄f gǝmɛkǝlǝk (Q111p Klimmen)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
33869 |
de merrie bij de hengst brengen |
naar de hengst gaan:
nǭ dǝr heŋs gǭn (Q111p Klimmen)
|
[N 8, 43a en 43b]
I-9
|